Site Overlay

Caecotrofie en coprofagie bij dieren

Sommige planteneters eten bepaalde keutels opnieuw op. Het gaat hierbij om het eten van blindedarmkeutels. Caecotrofie komt van caecum wat blindedarm betekent. Het is vooral bekend bij konijnen omdat mensen het verschijnsel waarnemen bij hun gezelschapsdieren. Maar ook andere knaagdieren doen dit, zoals haas en bever.

Het staat vooral bekend onder de naam Coprofagie. Dat staat echter voor kopros (ontlasting) en phagein (eten). Coprofagie is het eten van daadwerkelijke ontlasting, het product van het afvoeren van afval- en gifstoffen uit het lichaam. Het kan dan ook gaan om het eten van de ontlasting van een totaal andere diersoort. Zo eten hondachtigen de uitwerpselen van andere dieren (vooral van herbivoren) omdat daar voor hun nog waardevolle voedingsstoffen inzitten.

Links het type uitwerpsel wat opnieuw gegeten wordt. Het is kleiner, donkerder en zachter dan de echte uitwerpselen welke rechts op de foto te zien is. Ook kleven ze vaak aan elkaar in trosjes of strengen.
De twee typen uitwerpselen van konijn. Links het type wat opnieuw gegeten wordt. Het is kleiner, donkerder en zachter dan de echte uitwerpselen welke rechts op de foto te zien is. Ook kleven ze vaak aan elkaar in trosjes of strengen.

Het eten van blindedarmkeutels wordt gedaan omdat bepaalde voedingsstoffen pas vrijkomen in het spijsverteringsstelsel ná de locatie waar het opgenomen kan worden. Zie de tekening hieronder voor een schematische weergave van het spijsverteringskanaal van een konijn.

konijn spijsverteringsstelsel

Voedingsstoffen zoals vitaminen en eiwitten worden opgenomen in de dunne darm. De bacteriën die deze voedingsstoffen vrijmaken voor opname zitten echter in de blinde darm. Deze bevindt zich ná de dunne darm. Het dier kan de voedingsstoffen de eerste maal dat het de dunne darm passeert dus nog niet opnemen. Nadat de voeding dus de eerste keer het gehele systeem gepasseerd is worden deze opnieuw gegeten. En ditmaal kunnen de voedingsstoffen in de dunne darm opgenomen worden. Als het voor de tweede maal het lichaam verlaat worden ze niet meer opnieuw gegeten.

De blindedarmkeutels zijn bij konijnen klein, zacht en donker van kleur. Omdat ze in principe altijd worden opgegeten vind je ze dus vrijwel nooit. De tweede uitwerpselen zijn de uitwerpselen die we tegenkomen bij het spoorzoeken. Ze zijn steviger & groter en bevatten vezels van de gegeten vegetatie.

Een boommarter zit in ene boom. Rechts zijn de pootafdrukken van een boommarter te zien, samen met een voorbeeld van de digitale sporengids op een mobiele telefoon.
Dieren verstoppen zich voor ons. Maar ze laten allemaal sporen achter. Wil jij ook deze sporen kunnen zien en begrijpen?

Buiten zijn zal nooit meer hetzelfde zijn

Dit artikel is één van de gratis artikelen op deze uitgebreide digitale diersporengids waar wij àl onze kennis beschikbaar maken. Liever een boek in je handen? Met onze traditionele papieren veldgidsen breng je sporen snel op naam. Als je nog meer wilt leren neem dan een kijkje naar onze cursussen.

Op de hoogte blijven en direct ons gratis e-book ‘Beginnen met Spoorzoeken’ ontvangen?

Geef een reactie