Site Overlay

Sterrenschot

Een typisch voorjaarsspoor is het zogenaamde sterrenschot, ook wel heksensnot genoemd. In dit artikel leer je alles over dit bijzondere dierspoor. Elk voorjaar vindt de amfibieëntrek plaats. Zodra de temperatuur buiten boven een bepaald minimum komt komen amfibieën massaal uit hun winterslaap. Gedurende de winter hebben ze verborgen gezeten, tussen boomwortels, ingegraven in het zand of bijvoorbeeld onder omgevallen bomen. Hun eerste prioriteit is nu zich te verplaatsen naar het voortplantingswater. In onze landen zijn het vooral de gewone pad (Bufo bufo) en de bruine kikker (Rana temporaria) die we tijdens deze trek massaal aantreffen. Omdat ze dan ook nog eens vooral bij het invallen van de avond gaan lopen is het een heel voorspelbaar fenomeen voor roofdieren. Veel dieren maken dan ook dankbaar gebruik van dit rijkelijk voorhanden zijnde voedsel zoals reigers, bruine ratten, buizerds en marterachtigen.

Sterrenschot, achtergelaten door een buizerd op een boomstam.

Eenmaal aangekomen in het voortplantingswater deponeren de vrouwtjes de eitjes die gedurende de winter in haar lichaam opgeslagen waren. Ze worden dan meteen bevrucht door de mannetjes. Het geheel bestaat uit zwarte eitjes die elk omhuld zijn door zweleiwit. In het lichaam is dat nog compact, pas als het in contact komt met water zwelt het op door water op te nemen.

Indien een reiger een amfibie heeft gegeten zwelt het eiwit op in de maag van de reiger. Het aldaar aanwezige vocht wordt opgenomen en het toegenomen volume zorgt voor een braakreactie. Het resultaat vinden wij terug als sterrenschot.

Schoongegeten botjes, waarschijnlijk naar beneden gevallen uit een boom waar een buizerd heeft gegeten. Linksboven in de foto zijn de witte eileiders te zien. Rechts een kleine hoeveelheid zweleiwit.

Dieren die wat handiger zijn houden reeds rekening met de aanwezigheid van zweleiwitten. Zo kunnen buizerds en marterachtigen de eileiders voor het consumeren verwijderen. Dan kunnen we het sterrenschot terugvinden op plekken die onlogisch lijken voor amfibieën, zoals boven op een tak van een boom. De witte eileiders zijn dan vaak ook terug te vinden.

Links een klomp zweleiwit, rechts een klompje eitjes.

Het fenomeen is ook bekend als heksensnot. Niet altijd zijn de zwarte eitjes reeds afgedaald in de eileiders. Bij amfibieën worden de eitjes jaarlijks opnieuw aangemaakt, anders dus dan bij ons mensen waar de vrouw bij de geboorte reeds over alle eitjes beschikt.
Er zijn dus soms perioden waarbij een amfibie gegeten kan worden zonder dat er zwarte eitjes zijn. Dan wordt alleen het half transparante zweleiwit uitgebraakt wat de naam verklaren kan.

De zwarte eitjes vinden we soms als in een klompje kaviaar bij elkaar. In dat geval waren de eitjes nog niet afgedaald in de eileiders, waarna ze zouden vermengen met het zweleiwit. Een enkele keer worden deze klompjes aangezien voor tekennesten (zie de Hoax-wijzer, externe link), maar dit is dus onjuist.

Sterrenschot kan het gehele jaar gevonden worden. Maar omdat er een massale en voorspelbare trek plaatsvindt in het vroege voorjaar kunnen we het vooral dan vinden.

Een boommarter zit in ene boom. Rechts zijn de pootafdrukken van een boommarter te zien, samen met een voorbeeld van de digitale sporengids op een mobiele telefoon.
Dieren verstoppen zich voor ons. Maar ze laten allemaal sporen achter. Wil jij ook deze sporen kunnen zien en begrijpen?

Buiten zijn zal nooit meer hetzelfde zijn

Dit artikel is één van de gratis artikelen op deze uitgebreide digitale diersporengids waar wij àl onze kennis beschikbaar maken. Liever een boek in je handen? Met onze traditionele papieren veldgidsen breng je sporen snel op naam. Als je nog meer wilt leren neem dan een kijkje naar onze cursussen.

Op de hoogte blijven en direct ons gratis e-book ‘Beginnen met Spoorzoeken’ ontvangen?